De Dennen-Eikenbossen zijn typisch voor de voedselarme, droge en zure zandgronden in de Kempen en op de Vlaamse zandrug. De meeste bossen van dit type worden gedomineerd door aanplanten van Grove of Corsicaanse den die de van nature dominerende soorten Zomereik en Ruwe berk naar de achtergrond verdrijven. Deze bossen zijn meestal ontstaan door het bebossen van heidegebieden. De meeste heidesoorten zijn intussen verdwenen en vervangen door een arme bosflora. De voornaamste kruidachtige soorten zijn Gewone braam, Bochtige smele, Pijpenstrootje en Brede en Smalle stekelvaren. In de struiklaag vindt men vaak Sporkehout en Wilde lijsterbes. De moslaag van de naaldbossen is over het algemeen soortenrijker dan bij loofbossen.
Eiken-Beukenbossen zijn "oude" bossen op vrij voedselarme leem- en zandleembodem. In tegenstelling tot de Essen-Eikenbossen komt Es amper voor. Beuk heeft van nature het belangrijkste aandeel maar vaak staat er evenveel of meer Eik. Dit omdat de mens Eik eeuwenlang heeft bevoordeeld. Kenmerkende soorten zijn Adelaarsvaren, Lelietje-van-dalen, Dalkruid en Valse salie.
Essen-eikenbossen zijn gemengde loofbossen waarbij Zomereik en Gewone es, of soms ook Beuk of Gewone esdoorn aspectbepalend kunnen zijn. Soms zijn cultuurpopulieren ingeplant. De kruidlaag heeft een opvallend voorjaarsaspect. Typische soorten zijn onder meer Bosanemoon, Gele dovenetel, Gewone salomonszegel, Wilde hyacint, Drienerfmuur, Boszegge, Bleek- en Donkersporig bosviooltje en Grote muur. Drie kwart van de opnamen ligt in oud bos.
Het Essen-Elzenbos vind je op vochtige voedselrijke gronden. Aanvoer van basen en nutriënten via overstroming of het grondwater gaan verzuring tegen. De kruidlaag bestaat uit een combinatie van stikstofminnende soorten (Grote Brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid en Kruipende boterbloem) en vochtminnende soorten (Moerasspirea, Speenkruid, Kruipend zenegroen). In oude bossen staan in dit bostype ook vele lentebloeiers zoals de Slanke sleutelbloem.
Het Iepen-Essenbos lijkt sterk op het Essen-Elzenbos maar de grondwaterschommeling in dit bos type zijn groter. Hierdoor is het aandeel van grondwaterafhankelijke en vochtminnende soorten kleiner. Het zijn bossen van rijke bodems met soorten zoals Look-zonder-look, Robertskruid, Geel nagelkruid, Speenkruid en Aalbes. Dit bostype vind je vooral op de alluviale vlaktes van de grotere rivieren. De naamgevende soort Iep komt niet veel meer voor als volwassen boom door de iepenziekte.
: rand() expects parameter 2 to be integer, float given in E:\_websites\fotoCarrousel\module\Carrousel\view\layout\fullscreen.phtml on line 383