Roodborsttapuiten zijn vogels van heides en bloemrijke landschappen met hagen en heggen. Ze hebben een gevarieerd landschap nodig met voldoende insekten.
Lees meerGewone margriet is een indicator van goed ontwikkelde glanshaverhooilanden. Maar het is zeker niet de meest gevoelige soort. Er moeten minstens 7 verschillende goede indicatorsoorten aanwezig zijn om een goed ontwikkeld glanshaverhooiland te hebben. Bloemrijke glanshaverhooilanden moeten dus nog andere goede indicatorsoorten bevatten. Maar een uitbundige zee van bloeiende margrieten is meestal al een goed teken.
Lees meerGroot streepzaad is een soort van matig voedselrijk hooilanden die niet zuur zijn. Het is een goede indicator van glanshaverhooilanden. Het is een hoge vrij vroeg bloeiende gele composiet die opvalt in het ganshaverhooiland.
Lees meerRapunzelklokje groeit vooral op vochtige tot droge, matig voedselrijke en kalkhoudende bodems. Het is een soort van grazige vegetaties op zonnige open plaatsen. Ze heeft behoefte aan voldoende open plekken om te kiemen.
Lees meerSmalle weegbree is een soort met een brede ecologische range. Ze groeit in graslanden op droge tot vochtige, voedselarme tot voedselrijke standplaatsen. De soort komt zowel in gemaaide als in begraasde graslanden voor. Bij zware bemesting verdwijnt ze evenwel spoedig. daarom is ze een goede eerste indicator bij graslandherstel.
Lees meerKnoopkruid is net zoals Gewone magriet een vrij algemene graslandplant. Vooral in wegbermen kom je beide soorten nog vaak tegen.
Lees meerBeemdkroon is een soort van matig voedselrijke tot vrij arme graslanden op niet zure bodem. Je komt hem vooral tegen in wegbermen en kanaalbermen. Het is een soort die duidelijk achteruit gaat. Ze komt nog vrij talrijk voor in de Maasvallei, de Dijlevallei en Haspengouw.
Lees meerBramen zijn zeer nuttige planten die nectar geven en bessen voor allerlei dieren. Aan de rand en bij de overgang naar struweel of bos zijn ze zeker gewenst. Ook in een begraasd grasland kunnen hier en daar wat braambosjes staan. Maar waar we streven naar bloemrijke graslanden is de aanwezigheid van bramen een teken van verruiging. Deze verruiging kan ontstaat door slecht maaibeheer of te extensieve begrazing.
Glanshaver is een hoge en forse, overblijvende, in losse pollen groeiende zomer- en herfstbloeier. Glanshaver behoort tot de inheemse grassoorten met de grootste bloemen.
Zoals zijn naam doet vermoeden is het een typische soort van Glanshaverhooilanden. Deze kunnen zeer bloemerijk zijn. Maar Glanshaver kan ook volledig tot dominatie komen waardoor er bijna geen bloemrijkdom meer over is. Je spreekt dan van een fase 2 grasland.
Lees meerIn goed ontwikkelde glanshaverhooilanden is er een afwisseling tussen hoge en lage grassoorten. Reukgras is bijvoorbeeld een kleinere grassoort terwijl Glanshaver een hoge grassoort is.
Het Oranje zandoogje heeft oranje bovenvleugels met brede bruine randen en een oogvlek met dubbele witte kern. Het is een algemene soort van graslanden met een hogere vegetatie die licht beschut en beschaduwd is.
Lees meerVeldlathyrus is een soort van matig voedselrijke vrij vochtige tot natte graslanden. Ook in vochtige ruigtes kan je hem terug vinden. Via zijn ranken klimt hij omhoog in de hoge vegetatie.
Lees meerGrote bevernel is een laat bloeiende hooilandplant. De plant staat meestal in juli of augustus in bloei. De zaden zijn pas eind augustus of september rijp, ze zien dan zwart. Een goed beheer voor planten van glanshaverhooilanden die vrij laat bloeien bestaat uit een vroege 1ste maaibeurt eind mei begin juni en een late 2de maaibeurt half tot eind september.
Lees meer: rand() expects parameter 2 to be integer, float given in E:\_websites\fotoCarrousel\module\Carrousel\view\layout\fullscreen.phtml on line 383